De Franse film uit 1951 vond ik opeens tussen een aantal nieuw toegevoegde Franse , Italiaanse en Zweedse klassieke, opgepoetste films op Netflix. John had zelf een exemplaar van de film in zijn collectie staan maar dat betrof een Engels ondertitelde versie in een wat mindere kwaliteit, vandaar dat hij nog niet aan bod was gekomen tijdens onze filmkijkavondjes. Het verhaal heeft niet veel om het lijf. Een jonge priester krijgt als eerste parochie het Noord-Franse Ambricourt toegewezen. De inwoners van de stad zijn echter niet geïnteresseerd, en praten dan ook weinig met hem. In zijn dagboek beschrijft hij de strijd met zijn omgeving en het geloof, wat hem verder wegdrijft van het dorp en God. Journal d'un curé de campagne is de eerste echte typische film van regisseur Robert Bresson. Hier probeert hij voor het eerst zijn minimalistische stijl te ontwikkelen en werkt hij voor het eerst met wat hij noemt 'modellen'. Bresson wilde alleen werken met amateurspelers. Ze mochten geen emoties tonen; Bresson geloofde er namelijk in dat de kijker zelf moet bedenken wat een personage op dat moment voelt. Verder zijn er nog heel wat typische elementen; het feit dat het aantal dialogen en beelden op een minimum worden geprobeerd te houden, gebeurtenissen die buiten beeld blijven en waarvan we alleen geluidseffecten krijgen. De hele film is sober. Bresson was namelijk van mening dat anders de aandacht en dus de boodschap van de film zou verloren gaan. Centraal in zijn films staat de mens die leeft in een wereld van chaos en het lot moet ondergaan. Als kijker beleef je de pijn van de priester mee, zijn onbestemde geestelijke en lichamelijke misselijkheid en vooral zijn diepgaande eenzaamheid. De traagheid van de film en de afwezigheid van zichtbare emoties maakte dit een zware en complexe film om naar te kijken. Daarnaast begon dat gelaten, bleke smoeltje van Laydu begon me in de film meer en meer tegen te staan. Volgende keer maar weer eens wat luchtigers!
Reactie plaatsen
Reacties