Het begint als een grap. In deze film, in Nederland uitgebracht als Alle Turken heten Ali, wordt de Marokkaanse gastarbeider Ali in een café door een Duits meisje uitgedaagd om te dansen met een oude vrouw die alleen aan een tafel zit. Ali ontdekt dat de vrouw zo aardig is dat ze hem een kop koffie aanbiedt en dat ze geïnteresseerd is in de man achter de universele naam Ali destijds voor alle gastarbeiders gebruikt werd vanwege de onuitspreekbaar geachte voornamen. Beiden zijn eenzaam; Ali deelt met vijf andere immigranten een woning en verdeelt zijn tijd tussen werk en café, Emmi is weduwe en ziet haar volwassen kinderen nooit. Daarnaast heeft ze als schoonmaakster een baan met weinig status. Er bloeit een liefdesrelatie op tussen Ali en Emmi ondanks, of misschien ook wel geholpen door een achtergrond van voortdurende bespotting en vijandigheid van buren en familie. Op een Harold and Maude achtige manier wordt duidelijk dat mensen ondanks waar ze vandaan komen, geloof, culturele verschillen en leeftijd van elkaar kunnen houden. De twee minnaars worden vaak van op afstand getoond, door een deuropening of door een raam of trapleuning. Dit is het standpunt van de afkeurende toeschouwer. De twee voelen zich bekeken en veroordeeld door de maatschappij. Maar als diezelfde buren en familie langzaamaan de relatie beginnen te tolereren omdat zij iets nodig hebben van Emmi en het Wij-tegen-de-rest-van-de-wereld gevoel wegvalt, ontstaan er scheurtjes en barstjes in de relatie als beiden zich gekrenkt voelen door het onuitgesproken onbegrip van de ander. Fassbinder heeft deze film eigenlijk gemaakt voor zijn minnaar El Hedi Ben Salem, die de rol van Ali speelde. In 1982 pleegde El Hedi Ben Salem zelfmoord in een gevangenis in Nîmes na een veroordeling voor moord. In hetzelfde jaar stierf Rainer Werner Fassbinder, op 37 jarige leeftijd aan een overdosis cocaïne en slaappillen.
Reactie plaatsen
Reacties