Ik kwam er tijdens het kijken al snel achter dat je Amarcord niet moet zien als een film met een duidelijke verhaallijn of zelfs een aanwijsbaar hoofdpersonage, maar als een gefragmenteerd mozaïek bestaande uit herinneringen, verhalen en bespiegelingen van de regisseur zelf. Als je er op die manier naar kijkt, is de film prima te doen. Ik ben geen liefhebber van de films van Fellini of van Italiaanse films in het algemeen, uitzonderingen daargelaten, daar heb ik in mijn eerdere posts geen geheim van gemaakt. Ik vind de personages luidruchtig en onsympathiek, ik snap de humor niet en wat bij de Italianen waarschijnlijk een gevoel van herkenbaarheid en ontroering oproept, wekt bij mij vaak irritatie op. Hoewel ook hier de figuren regelmatig geschetst worden in al hun ijdelheid, potsierlijkheid en naïeve bekrompenheid, valt mij toch de milde en liefdevolle kijk van Fellini op. Met deze film heeft Fellini getracht met behulp van zijn verbeelding een vervlogen jeugd en een vervlogen tijdperk tot leven te brengen. Het zijn losse anekdotes met enkele rode draden, vaak over ontluikende seksualiteit en onbereikbare vrouwen, die een jaar verbeelden in het fascistische Italië van voor de Tweede Wereldoorlog. De kijker is getuige van de grote en kleine belevenissen in het dorp die soms historisch zijn, meestal onbeduidend, maar altijd met oog voor detail en kleurrijk in beeld gebracht. Hoewel aan de langdradige kant, wist de film me in sommige scenes toch te pakken, zoals de scene met de gekke oom in de boom die hartstochtelijk roept dat hij een vrouw nodig heeft en met de bruisende scene waarin verschillende mensen onderweg zijn naar het strand.
Reactie plaatsen
Reacties